Op 9 januari 2014 heeft de Rechtbank Amsterdam eindvonnis gewezen in de zaak rond de verkoop van een 3 jarige Trakehner ruin. In deze door kopers jegens verkoopster aangespannen procedure ging het om de vraag of een lichte bemerking aan het linker voorbeen van het paard dit paard ongeschikt maakte voor sportdoeleinden. Verkoopster werd in deze procedure bijgestaan door Mr. Schelstraete van Schelstraete Advocaten.
De Rechtbank oordeelde dat niet is komen vast te staan dat het paard ongeschikt is voor sportdoeleinden. Zo werd in geen van de medische rapporten geconcludeerd dat het paard ongeschikt was om in de sport te worden ingezet en zijn kopers er ook overigens niet in geslaagd om bewijs te leveren van de beweerdelijke ongeschiktheid.
Wat betreft het standpunt van kopers dat zij niet wisten wat de betekenis was van het +- normaal risico zoals dat door de dierenarts bij de aankoopkeuring was afgegeven, oordeelde de Rechtbank dat het op de weg van kopers had gelegen om, nog voordat zij definitief overgingen tot aankoop van het paard, zich nader te laten informeren over de betekenis van dit risico. De aankoopkeuring was immers in opdracht van kopers verricht.
Met deze uitspraak wordt door de Rechtbank Amsterdam nog maar eens benadrukt dat de onderzoeksplicht van een koper van groot belang is indien men zich nadien met succes wenst te beroepen op dwaling of ongeschiktheid van het paard voor het doel waarvoor men het paard heeft