Op 1 augustus 2016 heeft de Arbitragecommissie van het KWPN een cliënte van Schelstraete Advocaten in het gelijk gesteld. De kwestie betrof een door cliënte verkocht paard. Enkele maanden na de verkoop meldde de koopster zich bij cliënte en stelde zich op het standpunt dat er sprake zou zijn van een verborgen gebrek omdat het paard kreupel liep. Er zou volgens de koopster sprake zijn van een hoge overhoef en peesletsel.
Cliënte heeft de stellingen van de koopster betwist omdat het paard bij haar altijd naar behoren had gefunctioneerd. Ook was het paard bij de aankoopkeuring niet kreupel noch waren er tekenen van een hoge overhoef of peesletsel. Verder was relevant dat de dierenartsen de hoge overhoef en het peesletsel niet hebben kunnen antedateren tot op het moment dat koopster het paard kocht van cliënte. Conclusie was dat niet was komen vast te staan dat het paard ten tijde van de verkoop reeds leed aan een hoge overhoef en/of peesletsel zodat ervan uitgegaan moet worden dat cliënte een paard vrij van deze gebreken heeft verkocht.
De Arbitragecommissie ging mee in het verweer van cliënte en wees de vorderingen van de koopster af. Cliënte werd in deze procedure bijgestaan door mw. Mr. B.E.J. Loeffen van Schelstraete Advocaten.