Pony of paard? Dat was de hamvraag waar de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in kort geding op 7 februari 2014 mee geconfronteerd werd. In deze door een Oostenrijkse koopster aangespannen procedure stond Mr. Schelstraete van European Equine Lawyers de Nederlandse verkoper bij.
De kwestie betrof de verkoop van een pony medio november 2011. Koopster kocht deze pony voor haar dochter met het doel om deel te kunnen nemen aan nationale en internationale kampioenschappen. Twee jaar na datum van de aankoop beklaagde koopster zich bij de verkoper dat de pony groter zou zijn dan de maximaal volgens de FEI-reglementen toegestane stokmaat voor een pony waardoor (verdere) deelname aan ponywedstrijden niet zou zijn toegestaan. Ter ondersteuning van haar stellingen overlegde koopster twee meetresultaten van metingen van de pony verricht eind 2013 waaruit zou moeten blijken dat de pony de maximale stokmaat voor een pony overschrijdt.
Verkoper verweerde zich door aan te voeren dat met het overleggen van de meetresultaten daterende van eind 2013 niet is gebleken dat de pony op het moment van levering medio november 2011 te groot zou zijn. Immers, de meetresultaten van eind 2013 zeggen niets over de maat van de pony van twee jaar daarvoor.
Voorts beargumenteerde de verkoper aan de hand van verklaringen van een dierenarts en een hoefsmid dat diverse omstandigheden, zoals de dikte van de hoefijzers en de wijze van training, van invloed kunnen zijn op de stokmaat van een pony.
De Rechtbank volgde het verweer van verkoper en wees de vorderingen van koopster bij vonnis d.d. 21 februari 2014 af.