In een kort geding dat zich bij de Rechtbank Amsterdam afspeelde stelt de Voorzieningenrechter op vordering van Schelstraete duidelijke grenzen aan de erkenning van een Amerikaans vonnis. De Voorzieningenrechter heft grotendeels op de door de Amerikaanse partijen ten laste van de client van Schelstraete (een Nederlandse partij) gelegde conservatoire beslagen in aanloop naar de bodemprocedure ex artikel 431 Rv.
In deze zaak ging het om ten behoeve van de beoogde erkenning en tenuitvoerlegging van een Amerikaans vonnis uit 2000 in Nederland gelegde conservatoire beslagen. In de Amerikaanse zaak verklaarde de Amerikaanse rechter zich bevoegd op grond van de zgn. Tennessee long-arm statute. Onder deze wetgeving heeft een Tennessee-gerecht rechtsmacht in geval een onrechtmatige daad is begaan buiten de staat Tennessee en de daaruit voortkomende schade wordt geleden binnen de staat, de onrechtmatige daad en de schade worden dan onscheidbaar geacht en daaruit volgt de rechtsmacht van Tennessee. Na 18 jaar wordt de erkenning en tenuitvoerlegging van het Amerikaanse vonnis gevorderd en met het oog daarop worden conservatoire beslagen gelegd.
De Voorzieningenrechter heft beslagen die het compensatory element van het Amerikaanse vonnis te boven gaan op. De Amerikaanse federale post judgement rente komt naar het voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter evenmin in aanmerking voor de tenuitvoerlegging in Nederland. Deze rente werd in het Amerikaanse vonnis niet toegewezen en maakt dus niet zonder meer deel uit van de gevraagde tenuitvoerlegging op de voet van artikel 431 Rv.
Ook wat betreft het punitive damages element van het Amerikaanse vonnis maakt de Voorzieningenrechter duidelijk dat deze onverenigbaar zijn met de beginselen van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht. De punitive damages beliepen in dit geval 100 procent van het schadebedrag. Erkenning van de veroordeling op dit punt zou leiden tot toekenning van een bovenmatige schadevergoeding tot een hoogte die in strijd is met het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht. Dit is in strijd met de Nederlandse rechtsorde.
Het oordeel van de Voorzieningenrechter is interessant omdat eerder een andere Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam anders oordeelde hetgeen overigens door het hof werd bekrachtigd (ECLI:NL:GHAMS: 2013:4178). Naar de mening van de Voorzieningenrechter gaat die vergelijking echter niet op alleen al niet omdat het daar niet ging om een excessief hoog bedrag. In de voetsporen van het Duitse Bundesgerichtshof acht de Voorzieningenrechter een 1 op 1 verhouding compensatory / punitive damages excessief.
Deze zaak krijgt een vervolg. Een van de vragen die de bodemrechter zal moeten beantwoorden is of de long-arm jurisdiction een bevoegdheidsgrond betreft die naar internationale maatstaven algemeen aanvaardbaar is.
Client van Schelstraete werd in deze zaak bijgestaan door mr. Zitman, mr. Wawrzyniak en mr. Schelstraete.