De cliënt van Schelstraete (‘cliënt’) heeft in 2017 een dressuurpaard verkocht. Ruim een half jaar na de verkoop stelt de koopster van het paard zich op het standpunt dat het paard niet aan de koopovereenkomst voldoet dan wel dat er sprake is van dwaling nu het paard een ontsteking in de rug zou hebben en ernstige gedragsproblemen.
De cliënt van Schelstraete heeft eerst met succes betoogd dat er geen sprake is van consumentenkoop nu de professionele tussenpersoon van cliënt niet is opgetreden als gevolmachtigde. Nu er geen sprake is van consumentenkoop is het aan de koopster om te bewijzen dat het paard al bij aflevering niet aan de koopovereenkomst voldeed.
Cliënt heeft in dat kader uitvoerig aangevoerd dat er ten tijde van de levering niets mis was met het paard en dat de koopster ook geen bewijs heeft overgelegd dat dit wel het geval zou zijn. De rechter heeft cliënt gevolgd in zijn verweer en geoordeeld dat de koopster geen bewijs heeft geleverd van haar stelling dat het paard bij levering de door haar genoemde gebreken had. Zo zijn de door de koopster ingeschakelde specialisten van mening dat de gestelde gebreken niet kunnen worden geantedateerd tot het moment van levering. Sterker nog, tijdens de klinische en röntgenologische aankoopkeuring voorafgaand aan de levering van het paard werd door de dierenarts een positief aankoopadvies verstrekt. Gelet op het voorgaande heeft de koopster de koopovereenkomst niet rechtsgeldig kunnen ontbinden, aldus de rechtbank.
Ook de vordering om de overeenkomst te vernietigen op grond van dwaling, omdat cliënt zou hebben verzwegen dat het paard bultjes/huidirritatie zou hebben gehad, heeft de rechter afgewezen. Zo is door de koopster niet bewezen dat het paard voor de levering gevaarlijke bultjes had én dat deze bultjes de problemen waarmee het paard kampte zouden hebben veroorzaakt. Zo heeft koopster de bultjes niet (direct) door een dierenarts laten onderzoeken en kan niet worden uitgesloten dat de bultjes het gevolg zijn geweest van stress, ontstaan door bijvoorbeeld de castratie of verandering van stal. Van dwaling aan de zijde van de koopster is dan ook geen sprake reden waarom ook de vordering tot vernietiging van de overeenkomst door de rechtbank is afgewezen.
Het vonnis van de rechtbank is gepubliceerd op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBGEL:2019:6250.
Cliënt werd bijgestaan door Luc Schelstraete en Joëlle Bongers.