De cliënte van Schelstraete heeft medio 2020 een paard verkocht. Voorafgaand aan de verkoop is het paard door een dierenarts gekeurd waarbij een bemerking in de rug van het paard werd geconstateerd. Er werd een negatief aankoopadvies verstrekt en de aankoopkeuring werd afgebroken. De koop ging toch door. Ruim een maand na de levering stelt de koopster zich op het standpunt dat het paard een hoornzuil, hoefkatrolontsteking en artrose in het hoefgewricht zou hebben en hierdoor kreupel zou lopen, reden waarom zij de koopovereenkomst ongedaan wenst te maken. Schelstraete heeft namens haar cliënte uitvoerig verweer gevoerd en o.a. betwist dat het paard een hoornzuil heeft, de vermeende bemerkingen klinisch relevant zijn dan wel het paard hierdoor niet geschikt zou zijn voor het aankoopdoel. Ook is benadrukt dat de koopster niet heeft aangetoond dat zij, indien zij van de vermeende bemerkingen op de hoogte zou zijn geweest, van de aankoop van het paard zou hebben afgezien.
De kantonrechter heeft het verweer van Schelstraete gevolgd. Zo heeft de kantonrechter onder andere overwogen dat, al zou het paard behept zijn met de gestelde bemerkingen, de koopster niet aannemelijk heeft gemaakt dat het paard hierdoor niet geschikt is voor het aankoopdoel (het recreatief berijden van het paard en de amateursport). Verder is niet gebleken dat de koopster het paard niet zou hebben gekocht indien zij van de gestelde aandoeningen van het paard op de hoogte zou zijn geweest. Hierbij benadrukt de kantonrechter dat het paard is gekocht nadat er bij de aankoopkeuring een bemerking in de rug was gevonden en een negatief aankoopadvies was verstrekt. Kennelijk vormde dit geen beletsel om tot aankoop over te gaan. Gelet op het voorgaande zijn de vorderingen van de koopster afgewezen.
De cliënte van Schelstraete werd bijgestaan door mr. Joëlle Bongers.