shutterstock_659041903

Vonnis in kort geding door Privacy First

De rechtbank Den Haag heeft vonnis gewezen inzake het kort geding dat werd aangespannen door de stichting Privacy First. In het vonnis erkent de rechtbank de gronden om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de EU-richtsnoeren die ten grondslag liggen aan het UBO-register. Het UBO-register verplicht de vennootschappen en rechtspersonen om personen die3 een belang van meer dan 25% in de vennootschap hebben, te registeren in het openbaar toegankelijke UBO-register. De maatregel heeft tot doel financieel-economische misdrijven zoals het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, corruptie en belastingontduiking te voorkomen en uit te bannen. De rechtbank Den Haag oordeelde dat het openbare karakter van het UBO-register niet in overeenstemming is met het fundamentele EU-beginsel van evenredigheid vanwege de massale inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die reële persoonlijke veiligheidsrisico’s kan creëren.

De rechtbank weigerde echter het UBO-register tijdelijk te schorsen omdat dit tot gevolg zou hebben dat Nederland in strijd handelt met zijn uit het EU-recht voortvloeiende verplichting om de relevante EU-richtsnoeren ten uitvoer te leggen. Omdat bovendien al een prejudiciële vraag over de rechtsgeldigheid van de EU-richtlijn is gesteld aan het Hof van Justitie van de EU door een rechtbank in Luxemburg, achtte de rechtbank Den Haag het niet zinvol om dit te doen. We verblijven in afwachting op de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU over deze kwestie.

Bron TaxLive

Share this post

Latest news